Hoe zit het nou met al die nummers. ZI-nummer, Zindexnummer, KNMP-nummer, HPK-code, PRK-code en GPK-code?

Dit artikel legt wat de verschillende nummers betekenen en op welk niveau.

GPK-code

Dit is het generieke geneesmiddel nummer. Dit is stofnaam + toedieningsvorm. Bijvoorbeeld Paracetamol 500mg Tablet. Een arts kan NIET op dit niveau medicatie voorschrijven in Medimo.

PRK-code

Dit is het prescriptie geneesmiddel nummer. Dit is een verbijzondering van de GPK-code om voor de voorschrijvers alle van belang zijnde zaken te kunnen voorschrijven. Bijvoorbeeld Salbutamol 200 NOVOLIZER. Een arts kan op dit niveau medicatie voorschrijven in Medimo.

HPK-code

Dit is het handelspreparaat. Hierin zit ook de leverancier en hulpstoffen in vastgelegd. Bijvoorbeeld. PANTOPRAZOL SANDOZ TABLET MSR 20MG. Dit zijn dus de merkloze pantoprazol tabletten 20mg van de leverancier Sandoz. Een arts kan op dit niveau medicatie voorschrijven in Medimo.

ZI-nummer (= KNMP-nummer = Zindex-nummer)

Dit is het meest specifieke nummer. Dit is het verpakkingsniveau van een geneesmiddel. Bijvoorbeeld ALLOPURINOL PCH TABLET 300MG - 30stuks. Dus de merkloze allopurinol tabletten van 300mg van de leverancier PCH (=pharmachemie) in de verpakking van 30 stuks. Een arts kan NIET op dit niveau medicatie voorschrijven in Medimo.

Welke geneesmiddelen zijn er opgenomen in Medimo?

Om voorschrijvers niet onnodig te belasten met allerlei verpakkingen of diverse preparaten zijn de volgende artikelen in Medimo opgenomen:

1. Merkloze preparaten alleen op PRK-code - Deze zijn te herkennen aan 50000000-nummers. Dit stelt voorschrijvers dus in staat om alles merkloos voor te schrijven.
   
2. Merkpreparaten alleen op HPK-code - Deze zijn te herkennen aan 10000000-nummers. Dit stelt voorschrijvers in staat om indien nodig expliciet voor het merk te kiezen, daardoor kan vertalen van merk naar merkloos.
   
3. Hulpmiddelen en overige artikelen alleen op HPK-code - Deze zijn te herkennen aan 30000000-nummers. Hierdoor zijn ook verbandartikelen of incontinentieartikelen beschikbaar.
   

Medisch Hulpmiddel

Medimo automatiseert het geneesmiddelproces zodat er minder fouten worden gemaakt. Het product omvat functionaliteit zoals het elektronisch voorschrijven, het uitvoeren van medicatiebewaking en het uitvoeren van elektronische toedienregistratie en is als zodanig een medisch hulpmiddel. Medimo wordt in Nederland op de markt gebracht door Enovation Medimo, Soestdijkseweg Zuid 13, 3732 HC De Bilt. Enovation Medimo is gecertificeerd onder ISO 27.001 en NEN 7510. Medimo voldoet aan de Medical Device Regulation (MDR, klasse I). Dit document behoort tot de gebruikershandleiding van versie: 2024-4, productiedatum: 01-10-2024​

• Related Articles

• KNMP basisinstelling medicatiebewaking

  Medimo maakt voor de medicatiebewaking gebruik van de G-Standaard. De G-Standaard wordt ontwikkeld en uitgeleverd door Z-Index. Geneesmiddelen die in de G-Standaard zijn opgenomen, zijn voorzien van farmaceutische gegevens en ...

• Hoe registreer ik een toediening met een controleparaaf?

  Dit artikel beschrijft hoe u een toediening met een controleparaaf registreert in de Medimo webversie. Medicatie waarvan de toediening een extra controle behoeft herkent u aan de afkorting C.P. (controleparaaf). De onderstaande afbeelding is daarvan ...

• Hoe medicatie uit het verleden te herstarten?

  Dit kan met de optie 'herstart' uit het submenu menu bij de knop 'Nieuw' in de status van de cliënt. De onderstaande afbeelding is een voorbeeld van een status waarbij het submenu van de knop 'Nieuw' is geopend. De groen pijl wijst naar de optie ...

• Beschrijving van het toedienregistratie menu

  Vanuit het menu 'Toedienregistratie' navigeert u naar verschillende functies van de toedienregistratie. Hieronder vallen: Verschillende weergaven van de toedienregistratie - Dit zijn onder andere de werklijst van de afdeling en de toedienregistratie ...

• Wat betekent bij medicatiebewaking het oogje met streep erdoorheen?

  Dit betekent dat het signaal niet getoond is van het moment van voorschrijven, bij de arts. Stel je voor dat een arts middel A voorschrijft. De cliënt gebruikt op dat moment nog geen andere middelen. Er is daarom geen interactiesignaal. Stel de arts ...