Doorgaans wordt bij de start van Medimo een GDS klant voor u aangemaakt en ingesteld. U kunt ook zelf een GDS-klant aanmaken. Volg daarvoor de stappen hieronder:
Nadat de GDS klant is toegevoegd, kan die worden gekoppeld aan de locatie entiteit(en). Stem met de functioneel applicatiebeheerder van de zorgorganisatie af wanneer de nieuwe GDS klant kan worden gekoppeld.
U configureert de GDS klant in een scherm dat overeenkomt met onderstaande afbeelding.
Hieronder volgt per instelling een toelichting.
Naam
De naam van de
GDS klant wordt onder andere getoond bij de locatie entiteit en bij het maken van GDS-bestanden.
Afzend mailadres
Het Afzend mailadres wordt gebruikt als afzender bij het GDS-bestand. U dient dit adres met uw GDS-leverancier af te stemmen.
Het afzendadres mag een fictief adres zijn, maar moet een Medimo domein hebben(eindigen op medimo.nl). Dit veld is verplicht.
Ontvanger
De Ontvanger is het adres waarnaar het GDS-bestand wordt verstuurd. Hier selecteert u de gebruiker waaraan het juiste e-mailadres is gekoppeld. Dit is doorgaans het e-mailadres van de GDS-leverancier. Staat
GDS-assortiment
In het GDS-assortiment zijn de artikelen opgenomen die kunnen worden verpakt. Dit assortiment is een geneesmiddellijst die over het algemeen door de apotheek wordt beheerd. Staat u GDS-assortiment hiet niet tussen? Neem dan contact op met de Medimo helpdesk.b
Voor meer informatie over het GDS-assortiment kunt u artikel Handleiding GDS module raadplegen .
Patient identifier
In het GDS-bestand is per cliënt een uniek ID/identifier opgenomen. Aan deze identifier herkent de GDS-leverancier de cliënt. U stelt hier in wel type Patient identifier wordt gebruikt. U hebt hierbij de keuze uit de volgende opties:
- MedimoId: Dit is het ID dat de cliënt in Medimo heeft.
- BSN, met fallback naar medimoId: Primair wordt het BSN van de cliënt gebruikt in het GDS-bestand. Heeft de cliënt geen BSN dan wordt het MedimoId verstuurd.
Ga bij uw GDS-leverancier na welke waarde u dient te gebruiken.
Geneesmiddel identifier
Aan elk geneesmiddel dat is opgenomen in het GDS-assortiment is een Z-index nummer gekoppeld. Dit nummer wordt verstuurd naar de GDS-leverancier. U kunt ook een GPK-code in plaats van een Z-index nummer sturen. Selecteer in dat geval de optie GPK bij Geneesmiddel identifier.
GDS-versie
Het GDS-bestand kan worden gemaakt in verschillende formats. Het gebruikte format selecteert u bij GDS-versie. Hierbij hebt u de keuze uit de volgende opties:
- Pharmacom verpakker
- Apopack
- Standaard
Ga bij uw GDS-leverancier na welke waarde u dient te gebruiken. Dit veld is verplicht.
Verzendoptie
Medimo kan op verschillende niveaus (cliënt, afdeling of locatie) een
GDS-bestand sturen. Standaard stuurt Medimo één bestand voor alle cliënten in het betreffende niveau (optie alle regels in 1 bestand). Indien gewenst kan, bij het maken van een GDS-bestand op locatie niveau, per afdeling een bestand worden verzonden. Gebruik daarvoor de optie Per afdeling een bestand.
Extensie op memocode voor ELV
U kunt voor cliënten met een ELV-toewijzing een extensie toevoegen aan de memocode van de afdeling. Hierdoor wordt in het GDS-bestand een onderscheid gemaakt in wel/niet ELV-cliënten ongeacht of deze op dezelfde afdeling zitten. Stem met u GDS-leverancier af of dit onderscheid nodig is. Is het onderscheid niet nodig, dan kunt u dit veld leeg laten.
ELV extensie voor/achter memocode
In het GDS-bestand dat naar de GDS-leverancier wordt verstuurd, is de memocode van de afdeling entiteit toegevoegd. De apotheek kan voor ELV-cliënten een extensie toevoegen
aan deze memocode. Hier stelt u de positie van de extensie in. Dit kan
voor of achter de memocode.
Extensie op memocode voor medicijndispencer
In Medimo kan bij de cliënt worden aangegeven dat deze gebruik maak van een medicijndispencer. Door in de GDS klant een extensie toe te voegen, kunt u in het GDS-bestand een onderscheid maken tussen cliënten met- en zonder medicijndispencer. Dit positie van deze extensie is niet instelbaar.
GDS klant verwijderen
Is de GDS klant overbodig, dan kunt u deze verwijderen. Open daarvoor de GDS klant en gebruik de knop Verwijderen.
Beheer van GDS klant
De gebruiker die de GDS klant heeft gemaakt, kan deze beheren. Overige gebruikers kunnen dit met de permissie:
Om de GDS klant te kunnen koppelen aan een locatie entiteit, moet de functioneel applicatiebeheerder in het bezit zijn van de permissie: